Sandra Geller vertelt over het leven van de duivelskunstenaar Michail Boelganov en zijn adembenemende roman. Zij legt uit waarom de Russen ervan overtuigd zijn dat Boelganov vervloekt was, en nog steeds is…. En dat het in zijn huismuseum echt spookt!
De film is gebaseerd op de surrealistische roman van Michail Boelgakov (1891-1940). De schrijver schreef dit in de periode van de Stalin’s terreur. Het is een satire over het literaire leven in de jaren dertig van de 20ste eeuw in Rusland. Hij vertelt over de komst van de Duivel (Woland genaamd) naar Moskou, voor de zwarte Magieshow en het Grote Lentebal. In het atheïstische Rusland bewijst de duivel dat God bestaat. De tweede lijn van de roman vertelt over de liefdesgeschiedenis van de schrijver, de Meester genaamd, en zijn geliefde Margarita.
De Meester schrijft zijn eigen roman over Pontius Pilatus en Jezus (Jesjoea), zijn versie op de Bijbelse gebeurtenissen. Om zijn ideeën belandde de Meester in een psychiatrisch ziekenhuis. Hij stort volledig in en probeert zijn roman te verbranden. De Duivel redt zijn roman en verklaart: “Manuscripten branden niet!”. Maar tot welke prijs?
Film
In 1994 verfilmde Juri Kara de mysterieuze roman van Boelgakov. Door het Russische bioscooppubliek werd reikhalzend naar deze peperdure productie (budget: 15 miljoen dollar) uitgekeken, maar de autoriteiten deden de film in de ban. Na zeventien jaar discussie en onderhandeling verscheen in 2011 een ingekorte bioscoopversie van 118 minuten.